DE DORPSKERK
DE DORPSKERK
De Dorpskerk staat enigszins buiten het huidige centrum van bedrijvigheid. Aan de Brink (nr. 8), op de hoek van de Schoolstraat, torent zij statig boven alle gebouwen, die Gieten rijk is, uit. In 2011 was zij dan ook meteen een fraai onderdeel van het achtergrond- decor van de Drentse Bluesopera en heeft daarmee zelfs Koninklijk Theater Carré gehaald.
Het kerkgebouw, gebouwd in 1849, is net als haar toren uit 1804 (en herbouwd in 1864), sinds 1965 een Rijksmonument.
Het kerkgebouw
De kerk is erkend als Rijksmonument vanwege haar inventaris. Bij de kerk behoren een 17de eeuwse preekstoel, twee zilveren bekers uit respectievelijk 1644 en 1840, een smeedijzeren doopbekken van eind 18de eeuw, een orgel uit 1894, een offerblok uit 1785 en de rouwkast voor Nicolaas Harmen van Echten uit 1742. Op het koor liggen vier grafzerken uit de jaren 1646, 1650, 1677 en 1765. Respectievelijk van zijn vrouw, dochter en dominee Johannes Knijphuijsen en van dominee Henricus Carolus van Bijler.
Ook twee 18de eeuwse kerkbanken: “het gestoelte, bestaande uit twee banken en een meidenbank”, geschonken in 1837 door de erfgenamen van dominee Johannes Dijck behoren tot de inventaris. Deze banken zijn, in afwachting van restauratie, opgeslagen bij een restaurateur.
Kerk voor de verbouwing
De toren
In de toren hangen twee klokken uit respectievelijk 1520 en 1565. Op de oudste klok staat o.a. een afbeelding van Christus en van Maria met kindje Jezus.
Op de torenspits staat een paard met daaronder drie appels. Het paard symboliseert de (boeren)gemeenschap waarmee de kerk van Gieten verbonden is. De appels staan symbool voor het teken van de verleiding (Genesis 3: De zondeval van Adam en Eva in het Hof van Eden).
Tekst: Janine Knol
Bronnen:
Drents Archief
Encyclopedie Drenthe Online
Oorkondeboek Groningen en Drenthe
|