Het aanhouden van twee kerkgebouwen was voor de kleine gemeente te zwaar, zodat besloten moest worden de voormalig gereformeerde Bethlehemkerk aan de Schoolstraat af te stoten en de kerkdiensten in het vervolg in de Dorpskerk aan de Brink te houden (de Gereformeerde Kerk had in 2016 nog 112 leden; de hervormde gemeente 443).
De laatste kerkdienst.
De dienst stond onder leiding van ds. mevr. J. Middeljans-Van de Weide van de Protestantse Gemeente Gieten. Direct na het begin van de dienst werd het gedicht Helpende Handen voorgelezen, speciaal met het oog op “al die mensen die in dit gebouw de handen uit de mouwen hebben gestoken, vooral ook met het oog op hen die niet meer onder ons zijn”.
De geschiedenis.
Een van de kerkenraadsleden vertelde iets over de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Gieten, die oorspronkelijk voortkwam uit het evangelisatiewerk dat door de kerk van Gasselternijveen werd verricht. Toen zich na 1945 steeds meer gereformeerde gezinnen in Gieten vestigden werd behoefte gevoeld aan de bouw van een eigen kerk. Daartoe werd door de kerkenraad van Gasselternijveen een voormalige bakkerij aan de Schoolstraat gekocht en verbouwd (“Oven eruit, preekstoel erin”). Bovendien werd een evangeliste benoemd, die veel werk verzet heeft.
Aanvankelijk werden er alleen zondagsmiddags diensten gehouden, maar vanaf 1975 zowel ochtend- als middagdiensten. De wijkgemeente in Gieten groeide, de kerk werd te klein en daarom werd deze in 1977 uitgebreid. Op 1 januari 1979 kon in Gieten de Gereformeerde Kerk geïnstitueerd worden. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor de naam van de kerk. ‘Bethlehemkerk’ (Broodhuis, ook met verwijzing naar de voormalige bakkerij) won het pleit.
In 1986 werd besloten de kerk ingrijpend te verbouwen en van een nieuwe gevel te voorzien, waardoor de kerk haar tegenwoordige uiterlijk verkreeg. De laatste verbouwing was ongeveer vijftien jaar geleden, toen een jeugdruimte etc. tot stand kwam. ’Met pijn in het hart’ is de kerk nu te koop gezet. Maar ‘we houden onze herinneringen. Die geven kracht voor de toekomst’, aldus het kerkenraadslid in zijn toespraak.
De overdenking.
De lezing was uit Micha 6 vers 8 (“Er is jou, mens, gezegd wat goed is. Je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen en trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God”), en uit Matth. 2 de verzen 1 tot 12.
In de preek werd stilgestaan bij het feit dat we ‘mensen onderweg’ zijn, “meestal is het een weg van vallen en opstaan, van lachen en huilen, van teleurstelling en dankbaarheid, van staan op kruispunten en lastige keuzes moeten maken. Kiezen voor een bepaalde weg betekent automatisch dat die andere weg niet ingeslagen wordt. Die keuze kan pijnlijk zijn maar die maak je met de wijsheid van dat moment”.
“Op deze bijzondere zondag laat Mattheus ons meereizen met de magiërs uit de Oosten. Ze zien die stip aan de horizon, die heldere ster. Het zien van dat Licht deed hen op weg gaan, met passie, vol van hetgeen ze hadden gezien en gehoord. Ze wilden er alles aan doen om te vinden wat ze zochten. Ze bleven niet zitten waar ze zaten, waren niet bang voor de toekomst. Ze gingen de ster achterna. Ze lieten veel achter, en er zullen momenten zijn dat ze met spijt terugkijken, maar ook met dankbaarheid voor alles wat ze hebben meegemaakt. Het Licht riep hen toe om het avontuur van de reis aan te gaan, een reis vol onzekerheid; een daadwerkelijke reis, maar ook een innerlijke reis, een reis die de moeite waard is”.
“Ook wij zijn vandaag ‘mensen onderweg’. Hier op deze bijzondere plek In het Broodhuis dat kerk werd, Bethlehemkerk, het huis dat gebouwd werd vanuit Gasselternijveen om gereformeerde mensen hier een huis te bieden. Waar geluk en verdriet gedeeld is, gelachen en gehuild, geruzied en vrede gesloten”.
“Onderweg is de keus gemaakt om samen met hervormd Gieten die weg te gaan, samen een gemeente van Christus te zijn. samen dat huis te zijn waar Gods Woord gehoord wordt. Samen geloof te delen en uit te dragen. Het doet pijn. Maar we kijken terug in dankbaarheid voor wat was. We reizen verder, met elkaar, kijkend en vertrouwen op het Licht dat Leven is”.
Aan het eind van de dienst speelde de organist lied 416: “Ga met God en Hij zal met je zijn”.